Jos de Mul, It takes three to tango. Over de tragische dimensie van Europa, in: Ronald Tinnevelt (red.), Europa. Op zoek naar een nieuw elan. Nijmegen: Valkhof Pers, 2014, 177-192.
“Het veroverde Griekenland veroverde haar onbeschaafde veroveraar en bracht de kunsten in het landelijke Latium.”
Horatio
Waar is Europa? Wanneer is Europa? Wat is Europa?
Wie vraagt naar de Europese cultuur wordt al snel geconfronteerd met enkele basale, maar lastig te beantwoorden vragen. Dat wordt al duidelijk als we de simpele vraag stellen waar Europa nu precies ligt. Dat hangt samen met het onderscheid tussen staat en natie. Spreken we over de EU, een bundeling van onafhankelijke en soevereine lidstaten, dan is er een precies, zij het nogal veranderlijk antwoord te geven. Bestond de EEG bij oprichting in 1958 uit 6 lidstaten, dat aantal is steeds verder gegroeid en sinds de toetreding van Roemenië en Bulgarije in 2007 bestaat wat nu de EU heet uit niet minder dan 27 lidstaten. En het is onwaarschijnlijk dat het daar bij zal blijven.
Het gaat me hier echter niet om de grenzen van de EU, maar naar die van de Europese cultuur. Die vragen hangen natuurlijk wel samen. In de discussie over de mogelijke toetreding van Turkije tot de EU gaat het immers ook, en niet in de laatste plaats, om de vraag of Turkije wel of niet tot de Europese cultuur behoort. Op die vraag is gezien het heterogene, open en daardoor veranderlijke karakter van de Europese cultuur geen enkelvoudig antwoord mogelijk. In de discussies over het Turkse lidmaatschap wordt vaak de nadruk gelegd op de verschillende religieuze tradities. Dat is inderdaad een belangrijk verschil. Maar daarbij mag niet vergeten worden dat het christendom en de islam allebei wortels in het jodendom bezitten, en dat de geschiedenis van Turkije nauw verbonden is met die van de huidige lidstaten van de EU. Als het om Europa gaat wordt – de Grieken voorop – graag verwezen naar de Griekse Oudheid als de bakermat van de Europese cultuur. Daarbij wordt vaak vergeten dat die Griekse cultuur voor een belangrijk deel tot ontwikkeling kwam aan de Ionische kunst van wat nu Turkije heet. Thales woonde in Milete en Herakleitos zag alles stromen (panta rhei) in Efese. En ook door het Rijk van Alexander de Grote, het Byzantijnse en het Otto- maanse Rijk (dat zich op haar hoogtepunt tot aan Wenen uitstrekte), is Turkije deel van de Europese geschiedenis.
De vraag wanneer Europa is, is al even lastig te beantwoorden. Is Europa een herinnering? Een realiteit uit het verleden, uit de tijd dat er nog Europese Rijken bestonden, zoals het Romeinse Rijk en de keizerrijken van Karel de Grote en Napoleon? Of ligt Europa juist in de toekomst, in het moment dat de economische, juridische, poli- tieke en culturele integratie van de EU is voltooid? Of is Europa misschien veeleer een utopie, een mythische gestalte, zoals de bevallige Europa uit de Griekse mythologie, de mooie prinses uit de stad Sidon (in het huidige Libanon), die door Zeus naar Kreta wordt ontvoerd om er de liefde mee te bedrijven, waaruit vervolgens de oudste cultuur van Europa, de Minoïsche, ontspringt? De oorsprong ligt immers altijd elders.
De vragen naar het waar en wanneer van Europa voeren onvermijdelijk naar een derde vraag: wat is nu eigenlijk het Europa waarnaar we op zoek zijn? In feite is dit de meest fundamentele vraag, aangezien we onze zoektocht naar de grenzen van Europa in ruimte en tijd pas kunnen aanvangen als we op zijn minst enige notie hebben van waar we nu eigenlijk naar op zoek zijn, of dat nu een verleden of toekomstige realiteit is, of een mythische gestalte.