'De werkelijkheid wordt een database'. Interview met Marcel Hulspas. Rubriek Het Idee. Intermediair, 29 juni 2012, 30-31.
'De werkelijkheid wordt een database.'
Er is een beroemde uitspraak van de psycholoog Maslow: voor wie alleen maar een hamer heeft, wordt alles een spijker. Dat verschijnsel zien we nu in de samenleving om ons heen. Alleen is het niet de hamer maar de computer die in onze cultuur dominant is. En daarmee worden steeds meer zaken gezien als een database – een verzameling data die zich eindeloos laat recombineren.'
De computer, aldus Jos de Mul, hoogleraar filosofie van mens en cultuur aan de Erasmus Universiteit, is niet alleen een handig instrument, maar tevens een metafoor, een manier om de werkelijkheid te bekijken. Maar als je datzelfde beeld gebruikt om de werkelijkheid te ordenen, en te manipuleren, wordt het méér dan dat: 'Denk aan de biologie. Als ik aan levensvormen denk, dan denk ik toch in eerste instantie aan soorten die in de loop van miljoenen jaren evolutie zij ontstaan in interactie met hun omgeving. Maar als ik spreek met jonge biotechnologen die zijn opgegroeid met de computer, dan valt me op dat ze een levensvorm beschouwen als een verzameling genen, eigenschappen. Een levensvorm is als een enkel pad in een database vol genen, de gene pool, waarbinnen talloze alternatieve paden mogelijk zijn. Maar iedere ontologie brengt een deontologie met zich mee, een handelingsrepertoire. Zo wordt in de synthetische biologie door het recombineren van zogenoemde biobricks nieuwe levensvormen gecreëerd.'
'Metaforen zijn krachtige cognitieve instrumenten. Zonder metaforen kunnen we de werkelijkheid om ons heen niet begrijpen. Dan blijft de werkelijkheid chaotisch. Je ziet in de geschiedenis dat vaak de nieuwste technologische ontwikkeling als metafoor wordt gebruikt. Na de uitvinding van het uurwerk werd dát de basismetafoor voor het mechanistische wereldbeeld. Het planetenstelsel werd begrepen als een grote klok en de pomp werd dé metafoor om de werking van het hart te begrijpen. De computer is momenteel natuurlijk een heel krachtige metafoor, misschien wel de krachtigste tot op heden – omdat de computer een 'universele machine' is, die iedere klassieke machine kan simuleren. Metaforen werden lange tijd gezien als louter ornamenten, een soort versiering van het verhaal. Maar zo'n dertig jaar geleden was er een omslag. Toen publiceerden George Lakoff en Mark Johnson Metaphors we live by, waarin ze betoogden dat metaforen fundamenteel zijn, dat ze de basisindeling aanreiken van onze visie op de werkelijkheid. Maar metaforen hebben ook hun beperkingen. Ze zijn als zoeklichten die ons zicht verschaffen op de werkelijkheid, maar ondertussen andere delen van de werkelijkheid in het donker laten.'