Essays in newspapers and cultural magazins
Typography
  • Smaller Small Medium Big Bigger
  • Default Helvetica Segoe Georgia Times
Jos de Mul, Van KNIL-militair tot bevrijdingssoldaat: op zoek naar het verhaal van Adolf Lembong. Vrij Nederland online, 15 augustus 2018.

Nieuwsgierig geworden door de verhalen van z’n Indonesische schoondochter bezoekt hoogleraar filosofie Jos de Mul het graf van haar oudoom, ex-KNIL-militair Adolf Gustaaf Lembong. De ex-KNIL-militair werd in 1950 op gruwelijke wijze om het leven gebracht tijdens de staatsgreep tegen de jonge Indonesische staat, geleid door de beruchte Raymond Westerling.

Tekst: Jos de Mul

Fotografie: Jos de Mul & Lanny LembongClick to enlarge image Dode_Lembong.PNG

Lanny Lembong, onze Indonesische schoondochter, maakt ons wegwijs in haar complexe familiegeschiedenis terwijl we op Ngurah Rai, het vliegveld van Bali, wachten op onze vlucht naar Manado, de hoofdstad van Noord-Sulawesi. We zijn op weg naar de desa Ongkaw, de geboorteplaats van haar vader. In 1947 vertrok hij op achttienjarige leeftijd van daaruit met zijn oom Adolf via Makassar naar Jakarta, op zoek naar werk. Hij zou de rest van zijn leven in de hoofdstad slijten en Lanny is er opgegroeid. De laatste keer dat zij Ongkaw bezocht, was zij acht jaar oud.

We gaan de jongste broer van Lanny’s vader bezoeken en willen ook het monument dat in Ongkaw voor ‘oom Adolf’ is opgericht, gaan bekijken. De verhalen die in de familie over hem de ronde doen, maken me nieuwsgierig naar zijn veelbewogen leven. Wikipedia leert dat luitenant-kolonel Adolf Gustaaf Lembong (1910-1950) in dienst was van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) en tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Filipijnen als lid van een Amerikaans-Filipijnse guerrillagroep tegen de Japanners heeft gevochten.

Tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd (1945-1947) sloot hij zich echter aan bij de troepen van Soekarno en keerde hij zich tegen het Nederlandse koloniale bewind. Na het uitroepen van de onafhankelijkheid werd hij benoemd tot hoofd van het opleidingsinstituut van de Indonesische strijdkrachten. In 1950 werd hij in Bandung op gruwelijke wijze om het leven gebracht tijdens de staatsgreep tegen de jonge Indonesische staat, geleid door de beruchte Raymond Westerling.

Het is niet zonder ironie dat Lanny haar hart verloor aan een orang Belanda, een landgenoot van de voormalige kolonisator en van de moordenaar van ‘oom Adolf’. Lanny en onze zoon Joris leerden elkaar op Bali kennen. Lanny was na haar studie aan de universiteit in de Balinese hoofdstad Denpasar blijven ‘hangen’. Als christen in het grootste islamitische land ter wereld (ruim 225 miljoen moslims; 87 procent van de bevolking), voelde ze zich meer thuis in de tolerante cultuur van het hindoeïstische Bali. Anders dan in het overwegend islamitische Jakarta kijkt men daar niet op een god meer of minder.

Joris – net als ik aan de Zeeuwse kust geboren met een zucht naar verre horizonten – zocht zijn fortuin eveneens op het ‘godeneiland’. Nadat hij in Sanur twee restaurants startte, trad hij als manager in dienst van Seatrek Sailing Adventures, een bedrijf dat cruises door de Indonesische archipel organiseert met twee prachtige pinisi’s, Buginese schoeners die al eeuwen de Indonesische archipel doorkruisen. Joris heeft zijn inburgering glansrijk doorstaan. Hij spreekt vloeiend Bahasa Indonesia, heeft Indonesische familie en vrienden en de ‘rubberen tijd’ is hem op het lijf geschreven.

Polder van Smaragd

Wat een tijdelijk avontuur leek, lijkt op een emigratie te zijn uitgelopen. Het is niet altijd leuk wanneer je kind aan de andere kant van de aardbol woont, maar we prijzen ons gelukkig dat hij niet naar Vladivostok is geëmigreerd. We zijn de afgelopen vijftien jaar verknocht geraakt aan de ‘polder van smaragd’ met zijn omdijkte rijstterrassen, tropische bossen in vijftig tinten groen, exotische tempels, kleurrijke  rituelen en palmboomstranden. En aan onze omvangrijke Indonesische schoonfamilie, met wie we de bruiloft van onze kinderen vierden op de Ombak Putih (Witte Golf), een van de pinisi’s van Seatrek.

Waar de slachtpartijen die de Nederlanders in de voormalige kolonie tot zeventig jaar geleden hebben aangericht in Nederland nog steeds niet zijn verwerkt, lijkt dit deel van hun geschiedenis voor de meeste Indonesiërs – van wie de meesten toch al niet zijn behept met een doorleefd historisch besef – grotendeels vergeten. Daar zal de miljoenenmoord die generaal-president Soeharto na de staatsgreep tegen Soekarno in de jaren zestig op vermeende communisten pleegde, en die in het bijzonder Bali, geboorteplaats van Soekarno’s moeder, zwaar heeft getroffen, ongetwijfeld debet aan zijn.

Polygoonjournaal-Nederlands

Als we met de taxi van Manado International Airport naar ons hotel in de hoofdstad rijden, valt onmiddellijk op dat we in een christelijke enclave zijn beland. De ene na de andere kerk trekt aan onze ogen voorbij en in de verte zien we de ruim 50 meter hoge Yesus Memberkati achter een kerk opdoemen. De volgende dag rijden we langs de kustweg naar Ongkaw, waar de familie van Lanny ons hartelijk ontvangt. Terwijl er warme herinneringen worden opgehaald, kijk ik verwonderd naar de kolossale kerstversiering aan de muur. Het is half juni en ruim 30 graden: Merry Christmas.

Indonesische christenen die de Nederlandsche tijd, de tijd vóór voor de onafhankelijkheid, hebben meegemaakt, spreken vaak met een zekere nostalgie over de tempoe doeloe, de ‘goede oude tijd’. Toen we Lanny’s vader en moeder voor het eerst bezochten in Jakarta en ook talloze ooms, tantes, neven en nichten met ons kwamen kennismaken, ging de oudste generatie zoals gebruikelijk enthousiast over op een nostalgisch stemmend Polygoonjournaal-Nederlands. Lanny zegt geen Nederlands te verstaan, maar haar glimlach doet een hedendaagse variant van Oost-Indische doofheid vermoeden.

‘Kwaliteitje mijnheer’

Die koloniale geschiedenis werkt vaak verwarrend. Toen we enkele jaren geleden tijdens een rondreis op Java de voormalige ambtswoning van de gouverneur-generaal in Bogor bezochten en wat beschaamd stonden te kijken naar het intimiderende witte paleis in koloniale stijl, tapte de tachtigjarige Indonesische gids trots met zijn vlakke hand op een van de kolossale pilaren: “Kwaliteitje mijnheer, zo wordt er in den huidigen tijd niet meer gebouwd”.

Zelfs Pramoedya Ananta Toer (1925-2006), een van Indonesiës grootste schrijvers die in historische romans zoals De stroom uit het noorden de geschiedenis van Indonesië op schrift heeft gesteld en een fel tegenstander was van het Nederlandse kolonialisme, sprak soms onverwacht mild over de koloniale periode. In een van de weinige boekhandels in Sanur stuitte ik bij toeval op Exile, een 160 pagina’s lang interview over zijn leven dat in het jaar van zijn dood werd gepubliceerd.

Daarin spreekt hij weliswaar zijn afschuw uit over de koloniale uitbuiting en het vaak buitensporige geweld tegen de Indonesische bevolking, maar hij merkt ook op dat Nederland het land heeft verenigd, het bestuur en onderwijs heeft georganiseerd en noties als democratie, rechtsstaat en humanisme heeft geïntroduceerd.

Zeker, de koloniale praktijk was anders dan de theorie. Niemand heeft dat onderkoelder uitgedrukt dan Mahatma Gandhi, toen hem werd gevraagd wat hij van de westerse beschaving vond: ‘I think it would be a good idea!’ Maar het in de praktijk brengen van genoemde noties zou ook Indonesië niet misstaan.

Christelijke enclaves

Het is niet zo verwonderlijk dat met name de gekerstende Indonesiërs betrekkelijk positief tegenover de koloniale heersers stonden en dat veel van de Indonesiërs die deel uitmaakten van het KNIL afkomstig waren uit christelijke enclaves als Noord-Sulawesi, Ambon en Timor.

Ook Adolf Lembong trad in dienst van het KNIL en maakte in januari 1942 als radio-officier de Japanse invasie van Sulawesi mee. Manado (toen nog Menado geheten) viel al binnen enkele dagen in handen van de Japanners die zich aanvankelijk succesvol presenteerden als Aziatisch broeders die het Indonesische volk van hun koloniale juk kwamen verlossen. Zij probeerden daarbij de inheemse ex-KNIL-militairen te bewegen in het Japanse leger dienst te nemen als Heiko’s, hulpsoldaten.

Veel Menadonezen, onder wie ook Adolf Lembong, weigerden dat en doken onder. In 1943 werd Adolf tijdens een razzia gevangengenomen en met twintig andere krijgsgevangenen op transport gesteld naar Umingan op Luzon, het noordelijkste eiland van de Filipijnen, om daar dwangarbeid voor de Japanners te verrichten.

Lanny’s neven en nichten nemen ons mee naar de kust van Ongkaw, waar de familie een stuk land bezit en we de graven van hun voorouders bezoeken. In de schaduw van een kokospalm lees ik op mijn e-reader in het aan Indonesië gewijde deel 11b van Lou de Jongs Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog dat tien Menadonese krijgsgevangenen in augustus 1943 ontsnapten. Ze sloten zich onder leiding van Adolf Lembong aan bij het Amerikaans-Filipijnse guerrillaleger LGAF (Luzon Guerilla Armed Forces), dat onder leiding stond van de Amerikaanse majoor Robert Lapham.

Dat brengt me op het spoor van diens in 1996 gepubliceerde memoires, Lapham’s Raiders: Guerrillas in the Philippines, 1942–45. Daarin wordt vermeld dat Adolf als bataljonscommandant bevel kreeg over squadron 270. Gesteund door de Filipijnse bevolking plunderde het munitie- en voedselopslagplaatsen van de Japanners en overviel en vernietigde het konvooien van Japanse vrachtwagens.

Oorlog wakkert uiteenlopende verlangens aan. Adolf wordt verliefd op de Filipijnse Asuncion Angel (in de schoonfamilie bekend als ‘Tante Sion’) en trouwt met haar te midden van het strijdgewoel.

Het buitensporige KNIL-geweld

Na de Japanse overgave in 1945 keert Adolf met Sion terug naar Sulawesi om zijn werk bij het KNIL te hervatten. In augustus van dat jaar roept Soekarno de republiek Indonesië uit. Adolf verkeert aanvankelijk in tweestrijd, maar al snel doet het buitensporige geweld waarmee het KNIL tegen de ‘terroristen’ optreedt Adolf – net als veel andere Menadonese KNIL-militairen – besluiten zich aan te sluiten bij het Sulawesische bevrijdingsleger Kebaktian Rakjat Indonesia Sulawesi (KRIS), dat in 1947 opgaat in het nationale Indonesische leger (NTI). In het bijzonder de ‘contraterreur’ die het voornamelijk uit Europeaanse militairen bestaande Depot (later Korps) Speciale Troepen onder leiding van Raymond Westerling in 1946-1947 in Zuid-Sulawesi uitoefende, schokte hen. Daarbij werden tientallen dorpen platgebrand en honderden dorpelingen willekeurig afgeslacht.

Plastic speelgoedsoldaatjes

Nadat we ons met de familie van Lanny in een restaurant aan de kust te goed hebben gedaan aan verse vis overdekt met de berucht-scherpe Manado-sambal, bezoeken we het oorlogsmonument dat ter ere van Adolf in Ongkaw is opgericht. Tegen de achtergrond van een geschilderd reliëf dat zijn heldendaden toont, staat een metershoog beeld van oom Adolf in een heldhaftige pose. Het geheel ziet er wat haveloos uit en het beeld doet me denken aan de plastic speelgoedsoldaatjes uit mijn jeugd.

Ade, de jongste broer van Lanny’s vader, vertelt ons dat ‘oom Adolf’ eind 1946 met de dan achttienjarige vader van Lanny vanuit Onkaw naar Makassar vertrok om van daaruit naar Jakarta te reizen, waar hij via vrienden die daar woonden zou proberen zijn neefje aan werk te helpen. Adolf is inmiddels benoemd tot luitenant-kolonel en commandant van de 16de brigade van het NTI. Tijdens de overstap in Makassar krijgt hij het bevel onmiddellijk naar Yogyakarta op Java te reizen om daar de strijd tegen het Nederlandse leger te leiden, dat daar poogt het koloniale gezag te herstellen.

Op 19 december 1948, tijdens de tweede Agresi Militer Belanda (in Nederland eufemistisch aangeduid als ‘Tweede Politionele Actie’), veroveren de Speciale Troepen van het Nederlandse leger Yogyakarta en arresteren daar de Republikeinse regering. Ook Adolf wordt gevangengenomen en geïnterneerd in het voormalige jappenkamp Ambarawa.  

Het leger van de rechtvaardige vorst

Op 27 december 1949, na de overdracht van de soevereiniteit van Nederland aan Indonesië, wordt Adolf weer vrijgelaten. Hij wordt benoemd tot Hoofd Onderwijs van het NTI. Begin 1950 spreekt hij met Lanny’s vader af in Jakarta, maar ze lopen elkaar mis omdat Adolf onverwacht naar Bandung moet afreizen voor overleg met de commandant van de Siliwangi divisie vanwege een op handen zijnde coup door de Anketan Pereang Rastu Adil (APRA), ‘het leger van de rechtvaardige vorst’.

Die mythische, lang verwachte vorst blijkt niemand anders te zijn dan Raymond Westerling. Omdat het korps Speciale Troepen onder leiding van Westerling naar de mening van generaal Spoor ‘volkomen uit de hand was geraakt’ was hij in november 1948 als commandant ontslagen.

 

Historicus Jaap de Moor vermeldt in zijn in 1993 in het tijdschrift Indische Letteren gepubliceerde artikel ‘Van vrije jongen tot ratu adil’ dat Westerling vanaf begin 1949 als gedemobiliseerd militair en mede-eigenaar van een transportbedrijfje in de buurt van Bandung leefde. Daar ontpopte hij zich als leider van het APRA. Hij had zich niet neergelegd bij de onafhankelijkheid van Indonesië en wilde de net aangetreden regering van de republiek vervangen door een door Nederland gesteunde federale regering.

Tot zijn privéleger behoorden KNIL-militairen die Nederland trouw waren gebleven (onder wie veel Indo-Europeaanse Indonesiërs en Molukkers) en leden van de Speciale Troepen waaraan hij eerder leiding had gegeven.

Wanneer de republikeinse regering Westerlings eis, APRA te erkennen als het officiële leger van de federale staat Pasundan, negeert, besluit Westerling tot een coup d’état, door het innemen van Bandung, Jakarta en Bogor, de belangrijkste machtscentra van de Indonesische regering.

In de nacht van 22 op 23 januari van 1950 overviel een groep van ongeveer 520 APRA-militairen het hoofdkwartier van de Siliwangi-divisie in Bandung. Hoewel de divisie was gewaarschuwd, slaagde APRA erin om in korte tijd de kazerne en strategische plaatsen in Bandung te veroveren. Toen Adolf voor het overleg aankwam bij de kazerne liep hij in een hinderlaag en werd hij neergeschoten en vervolgens door inheemse KNIL-militairen met machetes afgeslacht.

Doordat de meerderheid van de inheemse KNIL-militairen voor Soekarno’s republiek had gekozen en het TNI een nachtelijk wapentransport naar de putschisten in Jakarta wist te verhinderen, mislukte daar de coup. Westerling ontsnapte met behulp van Nederlandse regering naar Singapore, en vandaar naar Nederland, waar hij – vereerd en verguisd – in 1987 is gestorven.

Op de plaats in Bandung waar Lembong is vermoord, is nu een museum gewijd aan de coup. In de naar hem vernoemde straat staat een standbeeld van hem en een groot panorama waarop de slachting tot in detail is uitgebeeld.

De laatste poepoetan

Lanny en Joris rijden ons naar het internationale vliegveld van Bali. Het is vernoemd naar luitenant-kolonel Ngurah Rai, net als Adolf Lembong een KNIL-militair die in de onafhankelijkheidsstrijd de zijde van Soekarno koos. Nadat de Rode Olifant Brigade, een aan Nederland trouw gebleven krijgsmachtonderdeel van het KNIL, op 2 en 3 maart 1946 Bali was binnengevallen, leidde Ngurah Rai de strijd tegen de invasiemacht.

Toen het Nederlandse leger bij de veldslag bij het dorp Marga, nadat het was teruggeslagen, jagers en bommenwerpers inzette, riep Ngurah Rai op tot een poepoetan (ritueel gevecht tot de dood), waarbij hij ook zelf om het leven kwam. Het zou de laatste poepoetan tegen de koloniale overheerser zijn.

De tragiek was dat net als in veel andere slachtpartijen opnieuw aan beide zijden vooral Indonesische slachtoffers vielen. Alfred Birney schetst in zijn bekroonde, op feiten gebaseerde historische roman De tolk van Java (2016) de gruweldaden die gedurende onafhankelijkheidsoorlog van beiden zijden werden begaan. Zijn verhaal schetst een ontluisterend beeld van deze smerige burgeroorlog.

En dat zou niet de laatste keer zijn. In Soeharto’s eerdergenoemde ‘communistenjacht’ zijn volgens realistische schattingen meer dan een miljoen doden gevallen. En daarvoor was, zo merkte Pramoedya Ananta Toer al op, geen stroom uit het noorden meer nodig.

Nieuws

Deze website wordt momenteel vernieuwd

Onlangs verschenen

Boeken van Jos de Mul

Doorzoek deze website

Contactinformatie