Jos de Mul. Pim pam pet - de grote verdwijntruc van het fortuynisme. In F. Koenraadt & I. Weijers (red.), Vrijheid en verlangen. Liber amicorum prof.dr. Antoine Mooij (Pompe reeks 55). Amsterdam: Boom Juridische Uitgevers, 2009, 349-360.

Jos de Mul. De kunstmatig intelligente overheid. In Center for Public Innovation, De intelligente overheid. Rotterdam: Center for Public Innovation, 39-44.

Jos de Mul. Awesome technologies. in: Curtis Carter (ed.) Art and Social Change. International Yearbook Of Aesthetics. Volume 13. Milwaukee: Marquette University, 2009, 120-139.

Jos de Mul. Dataïsme. Het kunstwerk in het tijdperk van zijn digitale recombineerbaarheid. In J. Swinnen (red.), Anders zichtbaar. Brussel: VUB Press 2010, 264-276.

1. Inleiding

Kunstenaars, van de prehistorische grotschilder tot aan de samplende computerkunstenaar, hebben altijd gebruik gemaakt van media. Media – het woord hier gebruikt in de brede betekenis van ‘middelen om informatie over te dragen’[1]  - zijn nooit neutraal. Ten minste vanaf Kants Copernicaanse omwenteling weten we dat menselijke ervaring mede geconstitueerd en gestructureerd wordt door de specifieke aard van onze zintuigen en ons verstand. En sinds de zogenaamde linguïstische en mediatische wending beseffen we bovendien dat ook de media waarvan onze zintuigen en verstand gebruik maken een belangrijke configurerende rol spelen in de ervaring van de buitenwereld, onze medemensen en onszelf (Münker, Roesler, & Sandbothe, 2003; De Mul, 2008a). De esthetische ervaring vormt hierop geen uitzondering.  Artistieke media zijn interfaces die niet alleen de verbeelding van de kunstenaar mede vormgeeft, maar die ook het kunstwerk en de esthetische receptie op fundamentele wijze raakt.

In deze bijdrage zal ik nader ingaan op de manier waarop de computer, en meer in het bijzonder de culturele vorm van de database de hedendaagse esthetische ervaring constitueert en structureert. Mijn uitgangspunt is Walter Benjamins beroemde essay ‘Het kunstwerk in het tijdperk van zijn mechanische reproduceerbaarheid’, dat in 1936 voor het eerst werd gepubliceerd (in het Frans) in het Zeitschrift für Sozialforschung. In dit epochale essay onderzoekt Benjamin onder meer hoe de mechanische reproductie het kunstwerk transformeert. Zijn stelling is dat in deze ontologische transformatie de cultwaarde van het kunstwerk wordt vervangen door een tentoonstellingswaarde. De these die ik in het volgende zal verdedigen is, ten eerste,  dat in het tijdperk van de digitale recombineerbaarheid de database het ontologische model vormt voor het kunstwerk, en, ten tweede, dat in deze transformatie de tentoonstellingswaarde wordt vervangen door wat we manipulatiewaarde zouden kunnen noemen.

Jos de Mul. Database architecture. In Jos de Mul and Renée van de Vall (eds.), Gimme Shelter. Global discourses in aesthetics.In: Online Series in Aesthetics. International Association of Aesthetics, 2010.

Jos de Mul en Bibi van den Berg. De afstandsbediening van de autonomie. Computergemedieerd handelen en morele verantwoordelijkheid. In Marli Huijer en Martijntje Smits (red.), Moralicide. Nieuwe morele vocabulaires voor technologie, Kampen: Klement, 2010, 36-54.

Je est un autre. Arthur Rimbaud

Mensen hebben van oudsher instrumenten, machines en media gebruikt om hun handelen te versterken en het bereik ervan uit te breiden. Speren en knotsen maakten het de prehistorische mens mogelijk dieren te vangen die anders te snel of te sterk zouden zijn, het schrift stelt ons in staat onze gedachten vast te leggen in een extern opslagmedium en dankzij de telefoon kunnen we spreken met personen die fysiek afwezig zijn. Alle alfa-, betà- en gammatechnologieën zijn in zekere zin ‘tele-technologieën’ (Weibel, 1992): ze helpen de mens afstanden in ruimte en tijd te overbruggen en op afstand controle uit te oefenen over de levenloze en levende natuur en de samenleving. De door technische middelen bewerkte actio in distans vergroot de actieradius van het menselijk handelen, en daarmee ook het bereik van de menselijke autonomie en morele verantwoordelijkheid.

Naarmate in de moderne cultuur de menselijke leefwereld definitief transformeerde van biotoop tot technotoop, drong zich echter ook steeds sterker de vraag op of de moderne technologie de menselijke autonomie niet op fundamentele wijze ondermijnt. De moderne mens is steeds afhankelijker en volgens dystopische denkers zelfs slaaf geworden van de technologie (zie bijvoorbeeld: Ellul, 1990). Dit beeld is verontrustend, omdat de morele verantwoordelijkheid voor het ontwerpen, maken en gebruiken van technologieën nog altijd bij de mens ligt.

Met de ontwikkeling van ‘autonome computers’– een verzamelnaam voor elkaar deels overlappende computertoepassingen als ubiquitous computing, ambient intelligence, artificial intelligence, artificial life, en converging technologies – is zelfs onze morele verantwoordelijkheid niet langer vanzelfsprekend. Aan autonome computers kan meer en meer een bepaalde mate van handelingssubjectiviteit (agency) worden toegeschreven. Daarmee dichten we computers ook een morele verantwoordelijkheid toe. Als gevolg daarvan leveren autonome computers een belangrijke (en misschien wel cruciale) bijdrage aan de door velen gevreesde moralicide van de mens.

In dit hoofdstuk zullen we betogen dat dit schrikbeeld ongegrond is, aangezien het uitgaat van een misleidende tegenstelling van menselijke subjectiviteit en technische objectiviteit. We zullen argumenteren dat ‘autonome computers’ de menselijke handelingssubjectiviteit niet noodzakelijk aantasten, maar onder bepaalde omstandigheden zelfs versterken, zoals technische artefacten dat altijd al hebben gedaan. De vraag die we ons moeten stellen is dus niet of autonome computers de menselijke handelingsubjectiviteit bedreigen, maar onder welke condities zij onze subjectiviteit en autonomie ondergraven dan wel ondersteunen. Daartoe dienen we een moreel vocabulaire te ontwikkelen dat recht doet aan de intieme relatie die er bestaat tussen menselijke handelingssubjectiviteit en technische artefacten. Laat ons bij wijze van oefening de afstandbediening van onze politieke autonomie eens uit elkaar schroeven.

Bibi van den Berg and Jos de Mul. Remote control. Human autonomy in the age of computer-mediated agency. In: Mireille Hildebrandt and Antoinette Rouvroy (eds.) Autonomic Computing and Transformations of Human Agency. Philosophers of Law meeting Philosophers of Technology. London: Routledge, 2011, 46-63.

Jos de Mul and Bibi van den Berg contend that to a considerable extent, human action has always been ‘remote controlled’ by internal and external factors which are beyond individuals’ control. They argue that it is the reflection on such remote control a posteriori that allows for a ‘reflexive appropriation’ of these factors as our own motivators. The question they thus raise is what difference autonomic computing makes at this point and under what circumstances it will either strengthen or hinder human agency, defined in terms of ‘reflexive appropriation’. 

Jos de Mul. Iedere tragedie vraagt om een zondebok. In: Jos Lamé (red.), Spookrijders in de zorg. Delft, Eburon, 2011, 59-63.

Kleine apologie voor een zwakke rechtspraak

In september 2004 werd Nederland opgeschrikt door de gruwelijke dood van de driejarige peuter Savanna. Haar lijkje werd bij toeval door de politie gevonden in de kofferbak van haar moeders auto, toen die met haar toenmalige vriend op weg was haar te begraven. Het zes maanden oude zusje van Savanna zat op de achterbank. Uit het onderzoek dat volgt blijkt dat Savanna vermoedelijk door verstikking om het leven is gekomen. Haar moeder had het 'snotverkouden' kind een washandje in de mond gestopt en haar mond met een zwachtel dichtgesnoerd, zodat het kind de prop niet kon verwijderen. Het bleek echter niet de enige mogelijke doodsoorzaak. Savanna bleek voorafgaand aan haar dood ook aan de hals te zijn opgetild, geslagen en gekneveld onder een bed gelegd. Ook zat haar lichaam vol blauwe plekken en had ze diverse inwendige bloeduitstortingen. Bovendien was het kind ernstig ondervoed. Ze woog nog geen elf kilo en haar bloedsuikerspiegel bleek gevaarlijk laag.

News

This website is currently under (re)construction

Books by Jos de Mul

Search this website

Contact information