Essays in newspapers and cultural magazins
Typography
  • Smaller Small Medium Big Bigger
  • Default Helvetica Segoe Georgia Times
Jos de Mul. Posthumane doeleinden. The Matrix Revolution: Wat mag ik hopen? NRC Handelsblad. Cultureel Supplement, 14 november 2003, 23.

Kants kernvragen van de filosofie: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? leken aan de basis te liggen van de Matrixtrilogie. In deel drie, `The Matrix Revolutions', zijn de makers de weg kwijtgeraakt.

Everything that has a beginning has an end. Menige bezoeker van het slotdeel van de Matrix-trilogie zal waarschijnlijk hopen dat deze, de reclamecampagne van The Matrix Revolutions begeleidende, slogan betekent dat er geen deel 4 zal komen. Na het briljante eerste deel en het enigszins teleurstellende, maar veelbelovende tweede deel, lijken de gebroeders Wachowski met Revolutions een nieuwe standaard te hebben gezet in cinematografische neergang. De recensies waren wereldwijd vernietigend (zie http://www.rottentomatoes.com) en in de aan de Matrix-trilogie gewijde nieuwsgroepen en chatrooms op het internet heerst alom ontreddering.

De teleurstelling betreft niet zozeer het feit dat de gebroeders Wachowski de vele intrigerende vragen die zij in de eerdere delen opriepen niet hebben beantwoord (iedere goed kunstwerk roept eerder vragen op dan dat het ze beantwoordt), maar dat ze deze vragen simpelweg terzijde hebben geschoven ten gunste van plat spektakel. En voorzover er in Revolutions wel antwoorden worden gegeven, waren veel fans verbijsterd wegens de nieuwtestamentische ontknoping. Waar The Matrix een overwegend moderne thematiek had – Neo ontdekt de ware wereld achter de matrix – en The Matrix Reloaded een postmoderne misschien is ook Zion niets meer dan een computersimulatie – daar lijkt The Matrix Revolutions terug te vallen in een premodern wereldbeeld. Neo, als verlosser hangend aan een kruis van licht. Postmoderne hoop op verzoening ingewisseld voor onwankelbaar geloof.

Zijn die verwijten terecht? Ja en nee. Dat de Wachowski's door creatieve uitputting of onder commerciële druk van de filmmaatschappij er niet in zijn geslaagd de narratieve en filosofische ballen die ze hebben opgegooid in de lucht te houden, is duidelijk. Maar wie meent dat de Wachowski's zich ontpoppen als vrienden van het christelijke geloof, zal bij nadere beschouwing moeten erkennen dat zij het type vrienden zijn die vijanden overbodig maakt.

Zoals veel sciencefiction draait de Matrix-trilogie om de angst dat de technologie de mens ooit zal overvleugelen. De relatie tussen mens en techniek is even oud als intiem. Wanneer in de wijsgerige antropologie de vraag wordt gesteld wat de mens van het dier onderscheidt, dan wordt doorgaans naast het taalvermogen het vervaardigen van technische hulpmiddelen beslissend genoemd. De geschiedenis van de mensachtigen (homoïden) begint zo'n zeven miljoen jaar geleden, toen de voorouders van de mens werktuigen begonnen te maken. De mens is `van nature kunstmatig' (Plessner), steeds aangewezen op zijn technische supplementen. Je zou dus kunnen zeggen dat de mens van meet af aan een cyborg half organisme, half machine – is geweest. Dankzij de techniek heeft de Homo sapiens de heerschappij over de aarde verworven.

Met de opkomst van de moderne natuurwetenschappen en technologie sinds de zestiende eeuw is de technologie steeds meer angst gaan inboezemen. Dat heeft vooral te maken met het feit dat we steeds afhankelijker zijn geworden van de technologie. De moderne mens leeft niet langer in een bio-, maar in een technotoop. Onze situatie is vergelijkbaar met de mensen in The Matrix, die gevangen zitten in hun kunstmatige baarmoeders. Daar komt nog bij dat de techniek, hoewel zij door de mens wordt gemaakt, vrijwel altijd een eigen dynamiek krijgt. Eenmaal ontstaan lijkt de technologie haar eigen weg te gaan, niet wegens een eigen vrije wil, maar wegens allerlei onvoorziene neveneffecten en de nieuwe doelen die ze in het leven roept. Bovendien zijn technologische ontwikkelingen moeilijk te stoppen. Zeker in combinatie met een kapitalistische markteconomie, die gericht is op voortdurende innovatie en ontwikkeling, is er sprake van een `technologische imperatief'. Wie niet meedoet, valt af. Biologische selectie is bij de mens grotendeels vervangen door een technologische.

Wat de Matrix-trilogie op onheilspellende wijze laat zien is dat met de opkomst van moderne informatietechnologie de technologie nog vele malen onbeheersbaarder wordt. Technologieën zijn niet langer uitsluitend hulpmiddelen, maar gaan letterlijk hun `eigen leven' leiden en zullen mogelijk de mens overvleugelen. De naast de films uitgebrachte Animatrix-DVD verhaalt van de oorlog tussen mens en machine, die aan de Matrix-trilogie voorafgaat en die uitmondt in de exploitatie van de mens door de technologie.

Tegen deze achtergrond laat zich ook de religieuze dimensie van de Matrix-saga verklaren. Hoewel de technologie een van de belangrijkste drijfveren is van de secularisering van de moderne samenleving – waar ooit God wikte en beschikte daar heeft de moderne mens het lot in eigen hand genomen – heeft zij tevens een sterk religieus aura. Dat komt in de eerste plaats omdat de technologie opgevat kan worden als een voortzetting van de magie met andere middelen.

Hans Achterhuis wees erop dat de moderne techniek door haar onbeheersbaarheid het heilige vertegenwoordigt. Het heilige is van oudsher datgene wat buiten onze macht ligt en ons van buitenaf bepaalt. Enerzijds is het juist datgene wat ons heil kan brengen en waarop we onze hoop vestigen (bij de bestrijding van honger en ziekte). Anderzijds is het angstaanjagend, omdat de ontketende krachten ons ook kunnen vernietigen (atoombom). De technologie fascineert ons en trekt ons, maar tegelijkertijd stoot zij ons af.

In Revolutions zien we deze techno-god belichaamd in de Deus Ex Machina, bij wie Neo aan het eind van de film steun zoekt in zijn strijd tegen de losgeslagen Agent Smith. Echter, ook onze wereld kent dat religieuze aura van de technologie, bijvoorbeeld in discussies over nieuwe technologieën zoals genetische manipulatie of het scheppen van kunstmatig leven, wanneer tegenstanders stellen dat de mens niet `voor God mag spelen'.

Biotechnologie, kunstmatige intelligentie en kunstmatig leven stellen de mens, als eerste soort in de evolutie van het leven op aarde, mogelijk in staat zijn eigen evolutionaire opvolgers een `superman' - te creëren. Tegelijkertijd beseffen we dat we daarmee een ontwikkeling inzetten die wel eens geheel out of control zou kunnen geraken. Wanneer Nietzsche de mens een koord noemt, gespannen tussen dier en Übermensch, dan voegt hij daaraan toe dat dit koord gespannen is boven een afgrond. En die afgrond, zo kunnen we aanvullen, is de technologie. Maar omdat die afgrond deel uitmaakt van ons wezen, kunnen we haar niet uit de weg gaan.

Kants derde kernvraag van de filosofie – Wat mogen we hopen? verwijst in onze technologische wereld niet langer naar een mogelijk plan Gods, maar richt zich op de ongewisse toekomst van het menselijk leven. Bij de beantwoording van deze vraag legde Kant de verantwoordelijkheid al bij de mens zelf. In de natuur en de menselijke geschiedenis bestaan volgens hem geen objectieve doelen, al kunnen wij niet anders handelen dan alsof dergelijke doelen wel gegeven zijn. Er is geen garantie dat de mens ooit in harmonie met de natuur zal leven, dat er vrede op aarde zal heersen of dat we in staat zullen zijn de technologie in ons leven te integreren zonder daaraan ten onder te gaan.

Dergelijke doelen zijn niet gegeven, ze zijn veeleer opgaven voor de mens. Wij moeten zelf bepalen welke die doelen zijn. Bij een dergelijk oordeel kunnen we ons volgens Kant niet uitsluitend beroepen op ons ken- en wilsvermogen, maar zijn we ook aangewezen op onze gevoelens van lust en onlust. Zonder emoties geen menselijke rationaliteit.

En daarmee lijkt het fundamentele thema van Neo's odyssee te zijn gegeven. Hij moet er achter zien te komen hoe wij ons tot de techniek moeten verhouden in een door en door technologisch bepaalde wereld, en wat ons doel is in onze verhouding met de techniek. De slogan van Revolutions – `Everything that has a beginning, has an end' kunnen we daarom ook begrijpen als: `Alles wat een begin heeft, heeft een doel'. Neo heeft in The Matrix leren inzien dat hij in een door de techniek beheerste wereld leeft, en verwierf in Reloaded het besef dat zijn wil vrij is. In Revolutions kiest hij zijn doel en laat hij zich als een ware neo-kantiaan leiden door zijn gevoel. Hij kan niet anders dan vertrouwen op de liefde tussen hem en Trinity, op zijn mede-zionisten en op de mogelijkheid van een verzoening tussen mens en machine. In dit licht vallen veel op het eerste gezicht raadselachtige elementen uit de Matrix-films op hun plaats.

Het verschil tussen de mensen en de machines en hun software-agenten hangt samen met de verhouding van elk van hen tot doelmatigheid. Programma's hebben een ingebouwd doel. Het doel van Agent Smith is het vernietigen van rebellen als Neo. Wanneer Neo zich in The Matrix in Agent Smith upload-t, raakt diens programma ontregeld en heeft het zoals Smith Neo toevertrouwt, niet langer een doel. Weliswaar kreeg hij door de upload de beschikking over een krachtige emotie (haat), maar omdat hij nog steeds geen vrije wil heeft, kan hij zich ook geen nieuwe doelen stellen.

Agent Smith is een symbool voor het gevaar van de ongebreidelde, doelloze ontwikkeling van een autonoom geworden technologie. Zo'n technologie vermenigvuldigt zich als een computervirus en Agent Smith dreigt niet alleen de wereld van de mens, maar ook die van de matrix en de machines zelf te vernietigen.

Neo heeft wel een vrije wil, maar hij ontbeert nu juist een doel in zijn leven. Bij het vinden van zijn doel is hij weer aangewezen op de techniek die hij binnen en buiten de matrix aantreft. Zoals de mens niet bestaat zonder de techniek, kan Neo dus niet zonder agent Smith en het is onvermijdelijk dat Neo en agent Smith mens en techniek – uiteindelijk fuseren. Men hoeft geen psychoanalytische training te hebben gevolgd om in te zien dat de immense stroom spermatozoïde sentinels die de tempel van Zion inzwermen eveneens deze versmelting van mens en technologie symboliseert (over de pogingen tot anticonceptie door de inwoners van Zion en de coïtus interruptus die uiteindelijk plaatsvindt zo dadelijk meer).

De Matrix-trilogie toont de twee belangrijkste actiepunten uit de verborgen to do-lijst van de zich momenteel om ons heen ontwikkelende transhumane technologieën: de technologisering van de mens en de humanisering van de machine. De reële en virtuele personages in de films bieden een staalkaart van mogelijkheden met de daarbij behorende voor- en nadelen. Software agent Smith is een duidelijk voorbeeld van hoe het niet moet: de technologie zich doelloos laten ontwikkelen. Omgekeerd is de menselijke figuur van Bane, die tot het bestaan van een automaat is veroordeeld doordat in zijn brein de geest van Smith wordt gedownload, ook geen nastrevenswaardig doel.

Het Orakel en het kleine meisje Satie zijn meer geavanceerde voorbeelden van een humanisering van de techniek. Waar de Architect van de Matrix er blijkens de voorlaatste scène in Reloaded naar streeft de mathematische vergelijkingen die de mechanistische matrix beschrijven in balans te houden en Neo's vrije keuzen als een storende anomalie beschouwt, zegt het Orakel er juist op uit te zijn die balans te verstoren. Zij staat voor het streven de technologie uit te rusten met bewustzijn, gevoelens en vrije wil.

Centraal in de Matrix-trilogie staat Neo, die zich in de loop van de drie films waarschijnlijk als een experiment van de machines – transformeert tot een hybride levensvorm tussen mens en machine (in dit licht is de casting van de mechanisch acterende Keanu Reeves een meesterzet!). Dat hij een cyborg is bleek al in The Matrix, waar hij opstond uit de dood (de kus van Trinity was klaarblijkelijk een harde reset van zijn besturingsprogramma). Ook wordt dat duidelijk uit het feit dat hij zijn bovenmenselijke krachten ook buiten de matrix kan uitoefenen, bijvoorbeeld wanneer hij de sentinels uitschakelt (waarschijnlijk door met behulp van in zijn lichaam geïmplementeerde technologie draadloos hun besturingssysteem te hacken) en door de lucht vliegt.

Zijn uiteindelijke fusie met Agent Smith maakt een voorlopig einde aan de oorlog tussen mens en machine. Dat religie en technologie daarbij versmelten, is niet zo gek in het licht van de hierboven gesignaleerde religieuze dimensie van de technologie. Het resultaat is een curieus amalgaam van reformatorisch christendom en cyborg-nietzscheanisme. Neo, verlaten door de god van de liefde – zijn Trinity legt immers onderweg het loodje – lijdt voor de mensheid, incorporeert en vernietigt het kwaad (Agent Smith). Zo verzoent hij de mensheid weer met de Deus Ex Machina, om vervolgens als Übercyborg te herrijzen. Hallo, bent u daar nog?

Het blijft evenwel een halfslachtige oplossing omdat sentinels en de Zionisten hun liefdesdaad niet hebben volbracht, waardoor diep onder de grond apparaten vooralsnog apparaten blijven en mensen mensen. Waarschijnlijk ging een ongegeneerde verheerlijking van de cyborg de Wachowski's net als de bewoners van Zion – een afgrond te ver.

 

 

Volg voor een overzicht van alle drie de delen van The Matrix-trilogie deze link.

Nieuws

Deze website wordt momenteel vernieuwd

Onlangs verschenen

Boeken van Jos de Mul

Doorzoek deze website

Contactinformatie