Book chapters
Typography
  • Smaller Small Medium Big Bigger
  • Default Helvetica Segoe Georgia Times
Jos de Mul. Over de drie scenario's van de toekomstige mens. In Kirsten Poortier, Erik Myin, Peter-Paul Verbeek (red.) Wat maakt de mens? Onze lichamelijkheid in relatie tot techniek en wetenschap. Amsterdam: Boom, 206-209.

Het onderwerp van het centraal examen Filosofie voor het VWO 2024-2028  'de vraag naar de mens in relatie tot techniek en wetenschap. Een van de primaire teksten die behoren tot de examenstof is afkomstig uit Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo sapiens 2.0. Rotterdam: Lemniscaat 2016 (van dit boek zal in 2024/2025 een geactualiseerde druk verschijnen). De primaire tekst is ontleend aan de inleiding van deel II van dit boek, waarin drie scenario's worden geschetst van de toekomst van Homo sapiens. Elk van deze scenario's knoopt aan bij een van de convergerende versmeltende wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, respectievelijk neurotechnologie (het zwermgeest-scenario), biotechnologie (het alien-scenario) en robotica (het zombie-scenario). Hieronder volgt de als primaire tekst opgenomen passage uit Kunstmatig van nature (pp. 95-99).

Extrahumanisme, transhumanisme, posthumanisme

Wanneer over de evolutie van het leven op aarde wordt gesproken, wordt vaak gedacht aan een geleidelijk proces waarin uit simpele levensvormen steeds meer en steeds complexere soorten ontstaan. Dat van die complexiteit klopt, maar bij die geleidelijkheid worden sinds enkele decennia steeds meer vraagtekens geplaatst. Volgens de punctuated equilibrium theory van Niles Eldredge en Stephen Jay Gould worden in de evolutie lange perioden van relatieve stabiliteit afgewisseld met korte perioden waarin revolutionaire veranderingen optreden, meestal na grote ecologische rampen die leiden tot het massaal uitsterven van vele soorten (Eldredge en Gould 1972). Het is mede als gevolg daarvan dat er van de één tot vier miljard soorten die vanaf het begin van het leven op aarde hebben geleefd, momenteel nog maar ongeveer vijftig miljoen over zijn.

Telkens nadat zo’n massale extinctie heeft plaatsgevonden, komt er in korte tijd een bonte verscheidenheid aan nieuwe levensvormen tot ontwikkeling. Onder invloed van de natuurlijke selectie blijven dan in iedere beschikbare niche de soorten over die het best zijn aangepast aan de nieuwe omstandigheden en treedt opnieuw een periode van relatieve rust in. Gould is vooral bekend geworden door zijn onderzoek naar de zogenaamde ‘Cambrische explosie’ (542-488 miljoen jaar geleden), die ook wel wordt aangeduid als ‘de Oerknal van het leven’. Aangezien het leven op aarde toen in feite al drie miljard jaar bestond, is dat wel een enigszins misleidende benaming. Maar de keuze is wel begrijpelijk, wanneer we bedenken dat in de eerste twintig miljoen jaar van de Cambrische explosie als uit het niets alle phyla (hoofdgroepen) in het dierenrijk ontstonden, waarna zich met een toenemende versnelling een enorme diversificatie van klassen, orden, families, geslachten en soorten voordeed (Gould 1991).

Ook meer recent, zij het op kleinere schaal, hebben zich dergelijke revolutionaire omwentelingen in de evolutie voorgedaan. Zo leidde ca. 65 miljoen jaar geleden de inslag van een enorme meteoriet tot het uitsterven van de dinosauriërs, waarna in korte tijd de klasse van zoogdieren tot ontwikkeling kwam die de vrijgekomen levensruimte bezette. En binnen de orde van de primaten ging het geslacht Homo in relatief korte tijd vrijwel de gehele aarde domineren, waarbij er van de diverse soorten homininen die tot ontwikkeling kwamen, in een proces van natuurlijke en kunstmatige selectie uiteindelijk alleen de Homo sapiens sapiens overbleef.

In ons eigen tijdperk van versmeltende technologieën lijkt zich een nieuwe explosie van (proto)levensvormen voor te doen. In de wereld van de informatietechnologie, nanotechnologie, biotechnologie en robotica wordt vanuit diverse perspectieven gewerkt aan de modificatie en verbetering van bestaande levensvormen en het scheppen van kunstmatig leven. Ondersteund door nanotechnologieën, die het mogelijk maken technisch in te grijpen en machines te maken op de microscopisch kleine schaal van de cel, stevenen deze technologieën af op het scheppen van synthetische organismen, intelligente computers, kunstmatige breinen, hybride half-organische, half-technische levensvormen (cyborgs) en niet te vergeten robots, met alle mogelijke tussenvormen, zoals het versmeltende technieken betaamt. Geologen duiden het huidige, met de Industriële Revolutie begonnen tijdvak wel aan als het Antropoceen, vanwege de grote impact van de mens op klimaat en atmosfeer (Crutzen 2002). Vanuit een evolutionair perspectief bezien doemt daarom de vraag op of we aan de vooravond staan van een ‘Antropocene explosie’ die het leven op aarde, net als de eerdere Cambrische explosie, op een revolutionaire wijze zal veranderen.

Om verschillende redenen is het onmogelijk daaromtrent exacte voorspellingen te doen. Hoe de versmeltende technologieën het leven op aarde zullen veranderen, zal onder meer sterk afhangen van de technische uitvindingen die in de komende decennia en eeuwen gedaan zullen worden. En als de Antropocene explosie zich volgens de punctuated equilibrium theory zal ontwikkelen, is het bovendien niet te voorzien welke van de vele nieuwe levensvormen zich in de natuurlijke en kunstmatige selectie zullen handhaven, en welke zullen gaan domineren. Daar komt nog bij dat als er zich emergente verschijnselen zouden voordoen gedurende deze ontwikkeling, de kenmerken van de nieuwe vormen van complexiteit per definitie niet te voorspellen zijn en mogelijk zelfs in het geheel niet te bevatten zullen zijn voor de huidige menselijke cognitie.

Dat betekent natuurlijk niet dat we alleen maar kunnen afwachten wat de toekomst zal brengen. Aangezien in het Antropoceen de niet-natuurlijke selectie een cruciale factor is geworden in de evolutie, kunnen we ons niet onttrekken aan de verantwoordelijkheid die ons daarmee is gegeven. In de woorden van de evolutiebioloog Gould: ‘Niet door een menselijke fout, een kosmisch plan of een bewuste bedoeling, maar door een glorieus evolutionair toeval dat intelligentie heet, zijn we de hoeders geworden van de continuïteit van het leven op aarde. We hebben niet om die rol gevraagd, maar we kunnen haar niet afwijzen. We mogen er niet goed op voorbereid zijn, maar we gaan ervoor!’ (Gould 1985)

Een van de manieren om ‘ervoor te gaan’, is het bedenken van mogelijke alternatieve scenario’s die kunnen leiden van de huidige Homo sapiens 2.3 naar Homo sapiens 3.0. In het navolgende zal ik drie mogelijke scenario’s schetsen. Het gaat daarbij nadrukkelijk niet om voorspellingen, maar om drie mogelijkheden die zich aftekenen in de ontwikkelingen binnen de versmeltende technologieën wanneer we die plaatsen in het licht van de evolutie tot op heden. De drie scenario’s kunnen worden beschouwd als een proeve van de eerdergenoemde ‘speculatieve antropologie’ (Keijzer 2010, 70). Elk van de scenario’s knoopt aan bij een van de versmeltende wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, respectievelijk neurotechnologie (het zwermgeest-scenario), biotechnologie (het alien-scenario) en robotica (het zombie-scenario).

Een apart scenario voor de informatietechnologie en nanotechnologie wordt niet uitgewerkt. Informatietechnologie kan immers worden beschouwd als het ‘besturingssysteem’ van neurotechnologie, biotechnologie en robotica, en vormt als zodanig een integraal onderdeel van deze technologieën. En nanotechnologie fungeert binnen de drie scenario’s in de eerste plaats als een (onmisbare) toolbox.

De volgorde waarin de drie scenario’s worden gepresenteerd, hangt samen met de toenemende avontuurlijkheid ervan. Het neurotechnologische zwermgeest-scenario beoogt de menselijke cognitie op een hoger plan te brengen. Omdat dit scenario primair gericht is op mensverbetering (human enhancement) door technologische supplementen, zou het ook kunnen worden aangeduid als het extrahumanistische scenario of het cyborg-scenario. Als we spreken in termen van de biologische classificatie waarin de agrarische Homo sapiens sapiens werd aangeduid als Homo sapiens 2.1, de industriële variant als Homo sapiens 2.2 en de informatietechnologische variant als Homo sapiens 2.3, dan zouden we de levensvorm die we in het zwermgeest-scenario op het oog hebben, Homo sapiens 2.4 kunnen noemen.

Biologisch gezien wijkt deze niet sterk af van de huidige mens (ook Homo sapiens 2.0 onderscheidde zich eerder technologisch dan biologisch van Homo sapiens 1.0). Maar in zoverre ook technologisch verworven eigenschappen epigenetisch overerfbaar zijn, lijkt dit scenario uiteindelijk te emergeren naar Homo sapiens 3.0. Visionairen als Moravec en Kurzweil schrikken er zelfs niet voor terug een scenario te schetsen waarin de menselijke levensvorm geheel opgaat in een kosmische levensvorm.

Het biotechnologische alien-scenario, ten tweede, is gericht op de ontwikkeling van nieuwe levensvormen. De genetische modificatie van planten en dieren is reeds in volle gang (onder meer met als oogmerk voedsel en brandstof te synthetiseren). Als de huidige en toekomstige biotechnologieën worden toegepast op de mens, zal het resultaat vroeg of laat uitlopen op een fundamentele transformatie van de menselijke levensvorm. Dat hangt samen met het feit dat het hier niet zozeer om technische uitbreidingen van de mens gaat, als wel om veelal onomkeerbare ingrepen in ons biologische bouwplan. Omdat er bovendien niet geringe risico’s en onzekerheden aan deze technische ingrepen kleven, zijn de aarzelingen om dit pad op te gaan groot.

Toch zien we dat de publieke opinie niet stilstaat en dat de eerste voorzichtige stappen richting Homo sapiens 3.0 reeds worden gezet. Omdat dit scenario -- gewild of ongewild -- voorbij de menselijke levensvorm leidt, zouden we dit scenario ook kunnen aanduiden als het transhumanistische scenario. Dit is het meest conservatieve, want biocentrische scenario. Hoewel het vroeg of laat voorbij de mens zal leiden, lijkt het vooralsnog trouw te blijven aan het organische leven zoals dat bijna vier miljard jaar geleden op aarde ontstond. Zij het dat er in de zogenaamde alien genetics ook wordt geëxperimenteerd met organische levensvormen die een tamelijk buitenaards karakter bezitten.

Het zombie-scenario van de robotica, ten slotte, is het meest revolutionaire scenario, omdat dit gericht is op de creatie van geheel kunstmatige levensvormen, zoals robots en andere intelligente entiteiten die, anders dan het leven dat we tot op heden op aarde hebben gekend, niet zozeer gebaseerd zijn op ‘koolstofchemie’, maar op een andere grondstof, zoals silicium. In dit posthumanistische scenario, dat tegelijkertijd een postbiologisch scenario is, betreden we een heel nieuw domein van leven.

Als we hier spreken van een Homo sapiens 3.0, dan is dit enkel in overdrachtelijke zin. Mocht het zich iets gelegen laten liggen aan humane classificaties, dan zal dat nieuwe geslacht zich mogelijk eerder aanduiden als Robo sapiens. Aangezien de ontwikkeling van deze kunstmatige levensvormen de integriteit van de menselijke levensvorm niet aantast, zijn de morele aarzelingen om dit type leven tot ontwikkeling te brengen doorgaans kleiner dan in de twee eerdere scenario’s, waarin respectievelijk technologisch en biologisch wordt ingegrepen in de levensvorm van de mens. Anderzijds lijkt het gevaar dat er levensvormen worden gecreëerd die het menselijk leven kunnen overstijgen, bedreigen en zelfs vernietigen, het grootst bij de robotica. Die angst is een rijke bron voor doemdenken en pessimistische genres binnen de sciencefiction.

De drie scenario’s die ik presenteer zijn ideaaltypisch in de zin dat ze telkens een van de versmeltende technologieën centraal stellen. Juist vanwege het versmeltende karakter van deze technologieën zijn de drie scenario’s in de praktijk moeilijk te scheiden en zijn er tevens vele tussenvormen denkbaar. Een door een brandweerman op afstand bestuurde telerobot die wordt ingezet om mensen uit een brandend huis te redden, of een exoskelet dat een soldaat in staat stelt een zware last te dragen, is eerder te beschouwen als een extensie zoals dat in het zwermgeest-scenario wordt besproken dan als een robot. En nanomachines die in de cel de reproductie van het dna reguleren, bevinden zich op de grens van technologische verbetering en genetische modificatie.

De reden waarom ik voor de hier gepresenteerde scenario’s heb gekozen, is dat dit drietal aanknoopt bij onze drievoudige herkomst: materie (robotica), leven (genetica) en bewustzijn (neurotica). Als ‘speculatief antropoloog’ wil ik aan de hand van de drie scenario’s vooral de mogelijkheidszin van de lezer prikkelen. De liefhebbers van wetenschap waarschuw ik dat het navolgende bij tijd en wijle veel weg heeft van sciencefiction. Liefhebbers van fictie daarentegen dienen zich erop voor te bereiden dat de nadruk daarbij meer op science dan op fiction zal liggen.

Nieuws

Deze website wordt momenteel vernieuwd

Onlangs verschenen

Boeken van Jos de Mul

Doorzoek deze website

Contactinformatie