In dit Filosofisch Café bespreken Paul Ziche (Universiteit Utrecht), Jos de Mul (Erasmus Universiteit Rotterdam), Robin Riemersma en Anna Vinkelman (beiden Radboud Universiteit) het project Die Weltalter van filosoof F.W.J. Schelling. Dit doen ze aan de hand van de nieuwe Nederlandse vertaling Levensfasen van de wereld. Op 27 januari is het precies 250 jaar geleden dat Schelling werd geboren, wat deze avond tevens tot een eerbetoon aan deze bijzondere filosoof maakt.
F.W.J. Schelling is een van de meest uitdagende filosofen van het Duitse idealisme. Een van zijn radicale vragen luidt: hoe kan de filosofie het begin van iets begrijpen? Deze vraag leidt hem meteen tot paradoxale bevindingen: om het begin der tijden te begrijpen, zouden we moeten nadenken over een tijd vóór de tijd.
Om echt een begin te maken, moeten we vertrekken vanuit iets dat anders is dan datgene waarmee we beginnen. Zo moet de menselijke rationaliteit voortkomen uit iets wat niet meer rationeel is, en moet de goedheid en almacht van God ontstaan vanuit iets wat noch algoed noch almachtig is, enzovoort.
Schellings boek over de filosofische ontsluiting van het verleden, Levensfasen van de wereld, is recentelijk naar het Nederlands vertaald door Frans Ruiter en Paul Ziche (Uitgeverij Damon, 2024). Dit werk is niet alleen een staaltje radicaal denken, maar ook een taalkunstwerk. Schelling stelt radicale vragen, speelt met paradoxale bevindingen, bespreekt diepe metafysische kwesties en probeert een taal te ontwikkelen die daarbij past.
Met zijn werk heeft Schelling latere denkers, van Schopenhauer en Kierkegaard tot Žižek, weten te fascineren. Aan de hand van de nieuwe Nederlandse vertaling wordt dit ambitieuze werk van Schelling – dat tevens een poging is om het begin en dus ook de grenzen van de filosofie te doorgronden – gepresenteerd.