Internet en openbaar bestuur (red. P.H.A. Frissen en J. de Mul). Den Haag, 1999, 280p.
Met ICT en het internet heeft de werkeiixkheid zoals we die kennen een nieuwe dimensie erbij gekregen, Deze dimensie Staat los van ruimte en tijd, wordt gekenmerkt door horizontale sociale verhoudingen en heeft een virtueel karakter. Deels ontwikkelt de virtuele wereld zieh los van de fysieke wereld, maar er zijn ook interferenties tussen beide werelden. NAPSTER en vergeliikbare 'ruilbeurzen' hebben de muziekmarkt definitief veranderd, de Consumen-tenbond moblliseerf leden en Sympathisanten längs virtuele weg en Albert Heijn biedt op het internet recepten aan, inclusief de mogelijkheid om automatisch de boodschappenlijst te maken en de vereiste ingredienten te bestellen.
De virtuele wereld laat ook het openbaar bestuur niet onberoerd. Enkele jaren geleden is daarom een onderzoeksgroep gevormd van ministeries, universiteiten en adviesbureaus. De oorspronkelijke vraagstelling van net onderzoeksprogramma ('Wat doet het openbaar bestuur met het internet?') is steeas minder interessant en prikkelend geworden. Geleidelijk is het accent in het programma verschoven naar de vraag: 'Wat doet het internet met het openbaar bestuur?'
De voorwerpen in dit koffertje getuigen van deze ontwikkeling. De bonte verzameling onderzoeks-rapporten, essays en discussienotities kent een gemeenschappelijke vraagstelling: watnetekenen ICT en het internet voor de Staat zoals we die kennen? Of het nu gaat om de ministeriele verantwoorde-lijkheid, het milieubeleid of de democratie, duidelijk is dat het openbaar bestuur tot in de haarvaten geraakt wordt door de technologische ontwikkeling. Het reisgerei in deze koffer geeft aan welke instituties door ICT en het internet onder druk worden gezef en de contouren van het openbaar bestuur van de toekomst.
De essays, discussienotities en rapporten in deze koffer zijn de vruchten van het onderzoeksprogramma 'Internet en openbaar bestuur' in 2000. We hebben er als redactie bewust voor gekozen om ze in deze vorm te bundelen. De koffer met inhoud doet recht aan de varieteit aan vormen en activiteiten in en rondom het programma. In 2000 zijn literatuurstudies uitgevoerd, is empirisch onderzoek verricht, zijn beleidsnota's doorgelicht en workshops georganiseerd. De koffer maakt het mogeliik om de vruenten van deze activiteiten te bundelen zonder ze in de mal van een thema-gericht boek te persen.
Tezamen geven de voorwerpen in de koffer een goed beeid van de vraagstukken die door ICT en het internet worden opgeworpen. Die hebben te maken met de inhoud van het beleid, het beleidsproces en de orfanisatie van het openbaar bestuur, maar ook met politiek en democratie. En hoewerwe geneigd zijn om te denken dat de invloed van ICT en het internet een resultante is van menselijke keuzen, laat de werkelijkheid die in deze koffer besloten ligt een heel ander beeid zien. Voor de een is dat aanleiding voor vreugde, ferwijl de ander een somber toekomstperspectief ziet. Dat doet aan de realiteitswaarde van deze werkelijkheid niets af, hoe virtueel de werelden van ICT en het internet ook mögen zijn.